Borstvoeding of kunstvoeding
Borstvoeding
Voor de baby is borstvoeding de allerbeste voeding die er bestaat:
- het bevat antistoffen tegen infectieziekten;
- het beschermt tegen allergie en COPD;
- het is licht verteerbaar en goed afgestemd op de darmen van de baby;
- het zuigen aan de borst is goed voor de ontwikkeling van de kaken van de baby en het bevredigt de zuigbehoefte optimaal;
- het bevordert het samentrekken van de baarmoeder en vermindert zo het bloedverlies;
- het is goedkoop, op temperatuur en altijd bij de hand.
Richtlijnen voor het geven van borstvoeding
Borstvoeding is een kwestie van vraag en aanbod: Hoe vaker je de baby aan de borst laat zuigen, hoe meer melk je lichaam gaat produceren.
- Leg de baby binnen 1 uur na de bevalling al aan de borst.
- Laat de baby de eerste dagen na de bevalling zo vaak mogelijk drinken aan beide borsten. Minimaal 6-7 keer per etmaal.
- Het is erg belangrijk dat de baby vanaf het begin goed aangelegd wordt. Vraag hierbij eventueel om hulp, ook in het ziekenhuis.
- Als de baby goed aan de borst ligt, doet het voeden geen pijn. Eventueel kan het ‘aanhappen’ even pijnlijk zijn.
- Er wordt niet op de tijd gelet bij het voeden. Laat de baby drinken totdat het vanzelf loslaat. Bied daarna de andere borst aan.
- Baby’s die leren zuigen op fopspenen en flesjes leren een andere zuigtechniek aan. Door tepelhoedjes worden de borsten minder goed gestimuleerd, waardoor je meer kans krijgt op een tekort aan melk. Deze middelen worden daarom afgeraden.
- Gezonde baby’s hebben naast de moedermelk geen water, suikerwater of flesvoeding nodig. Dit kan de baby minder actief aan de borst maken.
- Het advies is om bij volledige borstvoeding vitamine K en D bij te geven vanaf de achtste dag na de bevalling. Vitamine K is ter bevordering van de bloedstolling van de baby. Ook vitamine D wordt geadviseerd. Zowel moeder als kind moeten dit innemen bij het geven van volledige borstvoeding. Een vitamine D tekort kan rachitis of Engelse ziekte veroorzaken, dit kenmerkt zich door verminderde groei van botten. Je kunt dit verkrijgen bij drogisterij of apotheek.
- Je hoeft geen weegschaal in huis te halen om te controleren of de baby goed drinkt. Er wordt gelet op de hoeveelheid plasluiers, de kleur van de ontlasting, de tevredenheid van de baby en hoe vaak de baby zich meldt voor een voeding. De kraamverzorgster weegt de baby met haar eigen weegschaal elke dag in de kraamtijd.
- Wees altijd voorzichtig met het innemen van medicijnen wanneer je borstvoeding geeft. Sommige medicijnen kunnen via de moedermelk bij de baby terechtkomen en schadelijk zijn voor de baby. Laat je hierover altijd goed informeren.
Bovenstaande richtlijnen zijn belangrijk voor het slagen van de borstvoeding. Probeer ze allemaal aan te houden, ook als je in het ziekenhuis bevalt en daar de eerste voedingen geeft.
Flesvoeding
Als je geen borstvoeding kan of wil geven dan is het enige alternatief kunstmatige voeding of ook wel flesvoeding. Qua flesvoeding is en een ruime keuze in fabrikant en soorten voeding. Overleg eventueel met ons welke flesvoeding het beste is in jou situatie.
Wat belangrijk is bij zowel borstvoeding als flesvoeding is dat de voeding moet worden aangeboden in een rustige omgeving en dat er huid op huid contact is. Dit bevordert de hechting met je kindje.
Mocht je gedurende de zwangerschap twijfels hebben over welke voeding je zou willen geven na de bevalling of je wilt je verder verdiepen, dan kan je op internet verschillende sites bezoeken over borstvoeding bijvoorbeeld: www.zorgvoorborstvoeding.nl of www.lalecheleague.nl
Tevens zijn er in de regio diverse cursussen die worden gegeven over borstvoeding en flesvoeding. Deze cursussen worden verzorgd door onderandere kraamzorgorganisaties en lactatiekundigen.
Borstvoedingscentrum Delft
Voor extra ondersteuning kun je ook terecht bin het Borstvoedingscentrum in Delft. Ze geven cursussen. kunnen op huis bezoek komen als de baby geboren is voor hulp bij de borstvoeding en ze verhuren en verkopen borstkolven. www.borstvoedingscentrumdelft.nl
Goed boek
Titel: Borstvoeding.
Auteurs: Stefan Kleintjes en Mary Broekhuijssen