Fatima
Regelmatig hebben wij zwangeren die niet goed of helemaal geen Nederlands spreken. En dat is tobben. Dus hoe doe je dat? De tolkentelefoon? Een familielid of buurvrouw die vertaalt?
In 2017 heeft (toenmalig) minister Schippers bedacht dat als iemand 6 maanden in Nederland is, geacht wordt om Nederlands te spreken. Dus vanaf dat moment wordt de tolkentelefoon niet meer vergoed. De kosten zijn dan voor de zorgverlener. En de tolkentelefoon is duur. Vaak kost het 80 euro per consult. Een zwangere komt gemiddeld 14 keer voor consult, dus reken maar uit. Dus meestal het familielid dan maar…
Toen ik het project “taalmaatjes” tegen kwam, heb ik besloten om me op te geven. Een nieuwe Nederlander op weg helpen in onze taal en cultuur. Na een instructieochtend werd ik gelijk voorgesteld aan Fatima. Een 45 jarige Turkse dame, 3 dochters, 2 jaar in Nederland. Ze kwam over als bescheiden en verlegen, maar die indruk moest ik later bijstellen. Het bleek een dame die weet wat ze wil.
We gingen aan de slag. Iedere week spraken we bij haar thuis af. Gewapend met mijn cursus map. En we worstelden ons door teksten en oefeningen. Het bleek echter “meer van het zelfde”, want ze ging al 3,5 dag naar school. Na 3 weken zei ik tegen Fatima: waar kan ik je nou echt mee helpen. Ze zuchtte en zei: eigenlijk wil ik alleen maar praten. Oefenen met Nederlandse zinnen en praten.
Vanaf dat moment hebben we de boeken dichtgeslagen en zijn we gaan praten en wandelen. Ze vertelde me over haar jeugd en familie. Over de moeilijke tijd dat haar man al in Nederland was. Over het verdriet dat ze niet naar Turkije kan omdat dat niet veilig is. Over haar 3 meiden die hier naar school gaan. We praten over de Nederlandse taal. Waarom zeggen we zo vaak “sowieso” en “zodat”.
Als we in het bos waar we wandelen andere mensen tegen komen, knoop ik een gesprekje aan en vraag haar daarna wat ze ervan begrepen heeft en wat er gezegd werd. Ze is ontzettend lief en empathisch. Moest huilen toen mijn vader in het ziekenhuis lag en vroeg wat ze voor mij kon doen. Ze nodigde me uit voor de “iftar” ( avondmaaltijd tijdens de ramadan) en heeft heerlijk voor mij en mijn man gekookt.
Soms moet ik ook erg om haar lachen. Ze doet haar kat onder de douche en vertelt dat hij daarna altijd erg blij is. Ik gaf haar een bos hortensia’s (geplukt uit mijn tuin) en die deed ze niet in een vaas maar stopte ze in een pot met aarde. Ze haalt bij een boerderij verse melk en maakt er yoghurt van. Deze zomer is ze samen met haar man gaan kamperen met een tent in Zeeland, omdat Nederlanders ook zo op vakantie gaan.
Ze houdt van kinderen, maar vooral van oude mensen. Ze heeft ambitie en wil heel graag werken, liefst in de ouderenzorg. En ik denk ook echt dat haar dat gaat lukken. En er gaat dan een moment komen dat ik haar kan loslaten. Dan heeft ze mij niet meer nodig om te oefenen en te bevragen hoe ze iets moet doen. Nederlands kun je leren met hard werken en iemand die je helpt. Maar niet in 6 maanden.
En ondertussen tob ik nog even verder met mijn zwangere uit Erithrea. De buurvrouw is met haar mee. Echter, ze kan me niet echt wat vertellen over haar gevoelens en ik kan haar niet echt vragen hoe ze het aanstaande moederschap ervaart.
Astrid Reitsma, verloskundige.
© 26-10-2022 In ’t Wateringse Verloskundigen