Infectieziekten en zwangerschap
Vijfde ziekte
Als een zwangere vrouw geïnfecteerd raakt met parvovirus B19 in de eerste 20 weken van de zwangerschap, is er een verhoogd risico op een miskraam of een doodgeboren kindje.
Je kan met het virus besmet raken door intensief contact met iemand die besmettelijk is.
Kinderen met de 5e ziekte zijn besmettelijk in de week vóórafgaand aan de huiduitslag, ten tijde van de uitslag zijn ze niet meer besmettelijk. Intensief contact is b.v. in het gezin, of als je op een kinderdagverblijf of school werkt.
Het ophalen van je kind van school of kinderdagverblijf, waar kinderen met de 5e ziekte zijn, geeft nauwelijks risico.
In 90% van de gevallen zal de zwangerschap ondanks de infectie normaal verlopen.
Er zijn geen aanwijzingen dat het doormaken van de infectie leidt tot aangeboren afwijkingen bij het ongeboren kind. Zwangeren die zich zorgen maken omdat er vijfde ziekte in hun gezin voorkomt, kunnen door bloedonderzoek laten nagaan of zij al afweerstoffen hebben tegen de ziekte.
Als een zwangere de vijfde ziekte blijkt te hebben in de eerste 20 weken van de zwangerschap, wordt de zwangerschap nauwkeurig gevolgd.
Bij de foetus kan als gevolg van de infectie een ernstige bloedarmoede ontstaan, die leidt tot vochtophoping in het lichaampje (hydrops foetalis). Dit is op een echo te zien. In deze gevallen is het soms mogelijk om via een intra-uteriene bloedtransfusie het ongeboren kindje te redden.
Voor (minder dan 20 weken) zwangere medewerkers van kinderdagverblijven en onderwijzeressen bestaan, vanwege het intensieve contact met veel kinderen, en daardoor hoge besmettingskans, protocollen:
- Er wordt een antistoffenbepaling gedaan, in afwachting van de uitslag wordt de zwangere werkneemster beschouwd als “niet-immuun”, dat wil zeggen dat ze vervangende werkzaamheden krijgt op een plaats waar ze niet met het virus in contact kan komen.
- Als de zwangere beschermd blijkt te zijn –omdat ze de infectie al doorgemaakt heeft en antistoffen heeft-, kan ze haar gewone werk weer voortzetten.
- Als de zwangere niet-immuun blijkt te zijn, moet ze de vervangende werkzaamheden blijven doen tot het einde van de epidemie of tot na 20 weken zwangerschap.
Waterpokken
Waterpokken en zwanger?
Dat kan gevaarlijk zijn voor jou en je ongeboren kind. Maar de kans dat er echt iets mis is, is gelukkig heel klein.
93% van de Nederlandse bevolking krijgt in de eerste 4 jaar van zijn of haar leven al waterpokken. Heb je al eens waterpokken gehad? Dan hoef je je geen zorgen te maken: je kunt niet opnieuw besmet raken. Krijg je de ziekte wel tijdens je zwangerschap? Neem dan contact op met je huisarts of verloskundige, vooral als je bijna uitgerekend bent.
Waterpokken nemen vooral risico’s met zich mee tot de 20e week van de zwangerschap en vlak voor de bevalling. In die eerste periode is het gevaarlijk omdat je er zelf erg ziek van kunt worden, met hoge koorts en zelfs longonsteking. Die koorts kan weeën opwekken. De kans dat je als zwangere vrouw met waterpokken de ziekte overdraagt op de baby, is zeer klein. Gebeurt dat toch, dan kan de baby ernstige afwijkingen krijgen, zoals oogafwijkingen, afwijkingen aan ledematen en afwijkingen aan het zenuwstelsel.
Na de 20e week van je zwangerschap kan je baby wel besmet raken, maar dan heeft dat geen effecten meer. Tenzij je vlak voor of na de bevalling waterpokken krijgt: dan kun je de besmetting overdagen en moet je baby zo snel mogelijk behandeld worden.
Zorg ervoor dat je tijdens de kritieke periodes in je zwangerschap (de eerste 16 weken en 1 week voor tot 2 dagen na de bevalling) niet in contact komt met iemand die waterpokken heeft.
Heb je nog nooit waterpokken gehad en ben je in contact geweest met iemand die waterpokken heeft (gekregen) terwijl je zwanger bent? Neem dan zo snel mogelijk contact op met je verloskundige of huisarts. Die kunnen met een bloedonderzoek inschatten of er een risico bestaat voor je kind en of een behandeling met medicijnen zinvol is. Dit moet zeer snel anders heeft de medicatie geen zin meer!!
Waterpokken en borstvoeding
Je mag gewoon borstvoeding geven als je waterpokken hebt. Heb je de ziekte gekregen in de periode van 5 dagen voor tot 2 dagen na de bevalling? Dan moet je kind een medicijn krijgen dat hem helpt om de ziekte te bestrijden.
Waterpokken en kraambezoek
Als je baby na de bevalling besmet wordt, dan verloopt de ziekte vaak niet zo heftig. Ook is je kind waarschijnlijk voldoende beschermd als je zelf al eerder waterpokken hebt gehad.
Listeria
Listeria is een bacterie die een voedselinfectie kan veroorzaken. De kans op besmetting met listeria is klein maar de gevolgen kunnen ernstig zijn. Vooral zwangere vrouwen moeten oppassen omdat het bij die groep kan leiden tot een miskraam of vroeggeboorte.
Listeria is vooral te vinden in langdurig gekoeld bewaarde producten die zonder verhitting worden gegeten. Risicoproducten zijn rauwmelkse kaas, voorverpakte gerookte vis en rauwe dierlijke producten. Zwangeren, maar ook ouderen en mensen met een verzwakt afweersysteem, kunnen deze risicoproducten beter vermijden.
Meer info zie de website van het voedingscentrum: voedingscentrum.nl/listeria.
Toxoplasmose
Toxoplasmose is een parasiet die in (half)rauw vlees, in ongewassen groenten, fruit, ontlasting van koeien, schapen, varkens en katten te vinden is. Toxoplasmose is een infectieziekte die kan leiden tot aangeboren afwijkingen bij de baby. Het is daarom belangrijk om geen (half)rauw vlees te eten, groente goed te wassen en als je in de tuin of met aarde werkt handschoenen aan te trekken. Tevens kan je beter de kattenbak niet verschonen. voedingscentrum.nl/toxoplasmose
CMV
besmet raken met CMV (virus) is gevaarlijk voor je ongeboren kindje. informatie over het CMV virus lees je in deze korte flyer
Wat de adviezen zijn om de kans op een besmetting te verminderen kun je ook lezen in deze folder over cmv. Verdiep je er in zodat je de kans op een besmetting met CMV kunt verminderen.
Herpes
Er is een verschil tussen Herpes Genitials (op de genitalien) en Herpes Labialis (koortslip)
Herpes Genitalis: Draagsters van het virus kunnen hun kind besmetten als zij voor het eerst blaasjes (primo infectie) rond de vagina hebben op het moment van de bevalling. In dat geval kan de baby tijdens de bevalling besmet raken en kan een keizersnede noodzakelijk zijn.
Mocht je voor het eerst een infectie doormaken tijdens je zwangerschap, dus als je net voor of tijdens je zwangerschap besmet raakt met herpes, bestaat er een risico voor het ongeboren kindje. Herpes kan aangeboren afwijkingen geven die in de baarmoeder ontstaan. Als je denkt voor het eerst een herpes infectie door te maken meld dit dan aan je verloskundige. Als je al vaker klachten hebt gehad van herpes dan is er geen probleem voor het kindje tijdens de zwangerschap, wel moeten er tijdens de bevalling voorzorgsmaatregelen genomen worden.
Herpes Labialis (koortslip): Als een moeder voor het eerst een koortslip heeft, moet zij voorkomen dat haar pasgeborene in direct contact komt met de actieve koortslip. het advies is regelmatig de handen te wassen. Zwangeren die ook vóór de zwangerschap al vaker een koortslip hebben gehad, hebben waarschijnlijk al tijdens de zwangerschap antistoffen meegegeven. Het kind is dan waarschijnlijk beschermd. Als de vader of broertje of zusje een koortslip heeft, moet worden voorkomen dat de pasgeborene in contact komt met het virus door zoenen/knuffelen te vermijden.
Het is raadzaam mensen die een koortslip hebben niet op kraamvisite te laten komen en in ieder geval de baby niet te zoenen, knuffelen of aan te raken. Tevens eet- en drinkgerei goed reinigen en niet door anderen laten gebruiken. Om besmetting te voorkomen moeten mensen met een koortslip steeds hun handen wassen voor ze de baby aanraken en direct contact met de koortslip vermijden.